Het schilddak met nok loodrecht op de straat evenals de kap op de erkeruitbouw zijn gedekt met rode geglazuurde Tuile du Nord pannen. In de uiteinden van de nok staat een keramische piron. Centraal in de nok staat een in hout uitgevoerd klokkentorentje. Het rechte voetstuk is bekleed met lei. Daarboven vormen vier enigszins naar binnen hellende kolommetjes de basis voor de spitse met lei gedekte kap. In het dakvlak staan enige dakkapellen met spits kapje.
De gevels zijn opgetrokken in donker bruinrode baksteen in kruisverband, met toepassing van gele verblendsteen in speklagen en aanzet- en sluitblokken van de hanenkammen in de voorgevel. De tussenliggende delen van de hanenkammen zijn in oranjerode verblendsteen uitgevoerd.
De voorgevel is voorzien van een hardstenen plint. De rechterzijde van de voorgevel is over de volle hoogte uitgebouwd met een driezijdige erker. In de voorgevel is ter hoogte van de verdieping een plaquette met de naam ingemetseld. Daarboven is een beeld van St. Jozef op een gebeeldhouwde console geplaatst onder een hardstenen baldakijn. De overige gevelvlakken van de erker bezitten op de verdieping een rondboog-vensteropening, waar binnen op een bakstenen montant een cirkelvormige tracering is geplaatst. Het venster bevat een glas-in-loodvulling. Direct links naast de erker is de entree gesitueerd in de vorm van dubbele secundaire deuren en een vast 18-ruits bovenlicht.