Het pand is gebouwd omstreeks 1940. Het zadeldak is gedekt met rode Verbeterde Hollandse pannen, en bevat in de nok per woning twee gemetselde dakdoorvoeren, waarvan er één een open beëindiging in de geveltop heeft.
De gevels zijn opgetrokken uit een rode baksteen in klezoor-verband. Het hele bouwblok (nr. 34 en 36) kent een spiegelsymmetrische opbouw.
De voorgevel op de begane grond heeft tegen de middenas een kleine verticale gevelopening waarnaast de voordeur is geplaatst. De oorspronkelijke voordeur is geplaatst onder een gemetselde segmentboog beëindiging (steens) met daarboven een licht vooruitgestoken halfsteens rollaag. De gevelopening hiernaast is gestopt met een drievoudig venster met bovenlichten. De goot wordt gevormd door een
eenvoudige bakgoot. Het zadeldak is overkragend geplaatst op de topgevel.
De toegang tot de woning wordt gevormd door een secundaire brug opgebouwd uit een eenvoudig houten hekwerk met een houten dek.