Wilt u weten of uw pand een monument is?

De subsidiemogelijkheden zijn afhankelijk van het soort werkzaamheden die gaan plaats vinden en de locatie van het pand:

• Subsidie planmatig onderhoud
• Subsidie historisch onderzoek
• Subsidie beeldkwaliteit van winkelpuien in het Kernwinkelgebied en Functionele mixzones
• Subsidie gevelherstel ‘Gouda 750’
• Subsidie wonen boven winkels
• Subsidie Urgent, onuitstelbaar restauratiewerk
• Subsidie herbestemming van urgente, langdurig leegstaande, waardevolle panden

De regeling is bedoeld voor herstel en  behoud van monumentale onderdelen, waarbij ook voor het opheffen van bouwtechnische gebreken aan het casco en indien nodig bouwhistorisch onderzoek kunnen worden gesubsidieerd.

De hoogte van de subsidie bedraagt:

• voor 50% van de door het college goedgekeurde subsidiabele kosten m.b.t. het planmatig onderhoud van monumentale onderdelen.
• voor 25% van de door het college goedgekeurde subsidiabele kosten m.b.t. het planmatig bouwtechnisch onderhoud van onderdelen van het casco.
• De subsidie wordt verleend indien de gezamenlijk subsidiabele kosten als bedoeld in dit artikel onder lid 1. en 2., per Instandhoudingsplan niet minder dan € 2.000,— per pand per jaar bedragen, 
• De subsidie wordt verleend indien de subsidiabele kosten als bedoeld in dit artikel onder lid 1. en 2., per Instandhoudingsplan gezamenlijk niet meer dan € 20.000,- per pand bedragen.

Ook kan er subsidie worden verleend voor historische onderzoek indien dit van belang is voor de instandhouding van het betreffende beschermde gemeentelijk monument of beeldbepalende pand.

• De subsidie bedraagt maximaal 50% van de door het college goedgekeurde subsidiabele kosten, met een maximale subsidie van € 1.250,- per historisch onderzoek. 

Het subsidiebedrag is maximaal 25% van de door het college goedgekeurde subsidiabele kosten, met een maximale subsidie van € 5.000,- per pand. De kosten dienen minimaal € 2.000,- per te realiseren pand te bedragen.

Het subsidiebedrag is maximaal 25% van de door het college goedgekeurde subsidiabele kosten, met een maximale subsidie van € 2.500,- per pand. De kosten dienen minimaal € 2.000,- per te realiseren pand te bedragen.

Het subsidiebedrag is maximaal 50% van de door het college goedgekeurde subsidiabele kosten, met een maximale subsidie van € 10.000,- per pand in het kader van “Wonen boven winkels”. De kosten dienen minimaal € 2.000,- per te realiseren pand te bedragen.

Een instandhoudingslening voor de kosten van de activiteiten in het kader van “Urgent, onuitstelbaar restauratiewerk”wordt verleend: 

• tot maximaal 100% van de door het college goedgekeurde subsidiabele en financierbare kosten van het restauratiewerk van evident9 monumentale onderdelen dat binnen 5 jaar dient te worden uitgevoerd, maar waarvoor binnen de regeling ‘Planmatig onderhoud’ geen plaats, dan wel financiële ruimte is en welke zonder direct ingrijpen, op korte termijn definitief verloren zullen gaan.
• indien de te financieren kosten gezamenlijk ten minste € 15.000,-, maar niet meer dan € 50.000,- bedragen per pand.

Een instandhoudingslening voor de kosten van de activiteiten in het kader van “Herbestemming urgente, langdurig leegstaande, waardevolle panden” wordt verleend: 

• tot maximaal 100% van de door het college goedgekeurde financierbare kosten van het herbestemmingsmaatregelen tot een maximaal bedrag van € 50.000,- per pand, 
• onder voorwaarde dat de feitelijke steun en de hoogte van het te lenen bedrag, in overleg met de wethouder Erfgoed, is vastgesteld op basis van de volgende overwegingen/criteria:
  • voldoende maatschappelijke meerwaarde van de herbestemming voor de stad,
  • de urgentie van de herbestemming, 
  • de mate waarin de mogelijkheden van en door ‘de markt' zijn onderzocht en naar het oordeel van het college blijkt dat de (normale) financiering bij een bank niet afdoende is.

Een subsidieaanvraag start met het aanvraagformulier. Verder levert de aanvrager bij deze aanvraag de volgende stukken in:

• in geval van onderdeel 1: een ‘Instandhoudingsplan’ conform artikel 1.1 – 33, lidmaatschapsbewijs van de Monumentenwacht en eigendomsbewijs van het pand;
• in geval van onderdeel 2: een specificatie van de gemaakte kosten;
• in geval van onderdeel 3: een werkbeschrijving met een gespecificeerde begroting van de kosten;
• in geval van onderdeel 4: een ‘Herstelplan’ conform artikel 1.1 – 36;