Pand onder zadeldak tussen topgevels, waarvan een aan de waterzijde. Vensters met roedenverdeling; in de topgevels kleine lichtopeningen met luiken; topschoorsteen. Langs de topgevels beitelingen en houten lijsten. Langs de lange gevel bakgootje.

Met de lange gevel aan het water staand pand onder lang schilddak met twee hoekschoorstenen; goot op klossen. Twee negenruitsvensters en boven de ingang dakkapel.

Langs de waterzijde staand voormalig kaaspakhuis onder schilddak. Op de verdieping vier smalle vensters en in het midden hijsluik onder segmentboog.

Eenvoudig pand onder schilddak, zesruitsvensters.

Eenvoudig pandje onder voor afgeschuind zadeldak, waarboven schoorsteen en waarvoor dakkapel.

Langs de waterzijde staand pand onder schilddak met hoekschoorstenen. Boven de ingang in het midden, dakkapel.

Pand met ingang in het midden, onder schilddak met hoekschoorstenen, zesruitsvensters; goot op klossen.

Pand onder schilddak met hoekschoorstenen waarop borden. Negenruitsvensters en versierde dakkapel.