Pand met zadeldak. Gepleisterde voorgevel, waarboven houten geveltopbeschieting met gesneden windveren- zoldervenster met roedenverdeling. XVIII.

Ned.Herv.Kerk. In oorsprong wellicht 15e eeuws, doch later gewijzigd gebouw met driezijdige sluiting en een noordelijke uitbouw; inwendig houten tongewelf. Koperen doopboog en doopbekkenhouder (1792).

Toren. Eenvoudige 19e eeuwse toren met achtzijdige spits. Klokkenstoel met klok van Willam Butendiic, 1418, diam. 107 cm. Mechanisch torenuurwerk, circa 1780.

Schutsluis bestaande uit twee stalen schutkolkwanden tussen twee gewapend betonnen sluishoofden met elk
aan de zuidzijde een deurkas met daarin een stalen roldeur. Beide sluisdeuren zijn aan de uiteinden via een

Tegen de brug is een hoger opgaand sluiswachtershuisje aangebouwd van twee bouwlagen op een rechthoekig
grondplan (ca. 2,80 x 3,80 m) en onder een plat dak met overstek, dat aan de brugzijde na de bouwtijd is

De vaste brug van gewapend beton heeft ter weerszijden van de eveneens zeven meter brede westelijke
sluisingang een massieve onderbouw, waarvan de zijwanden overgaan in circa 0,90 m hoge borstweringen langs

Woning aan de vaart onder zadeldak tegen topgevel met houten voorschot.

Woning aan de vaart onder zadeldak tegen topgevel met houten voorschot.

Eenvoudig pand onder dwars schilddak. Gepleisterde gevel met gesneden gootlijst; dakkapel. XIX B.

Pand onder zadeldak, aan de voorzijde eindigend tegen een houten geveltopbeschieting; dwarse aanbouw eveneens gedekt door een zadeldak. XIX A.

Pand onder dwars schilddak. Gepleisterde gevel; dakkapel. XIX B.

Pand onder zadeldak. Gepleisterde voorgevel waarboven een houten geveltopbeschieting. Aanbouw links.