Rijksmonument: 'We kunnen het maar één keer goed doen en dat is nu'
Marian Verasdonck en haar man zijn sinds 2001 de trotse bezitters van een 18e-eeuwse boerderij aan het Gein bij Abcoude. Na een flinke restauratie zetten ze nu de puntjes op de i.
Op slag verliefd
Boerderij Vredelust maakte onderdeel uit van een in de 17e eeuw gesticht landgoed. Het hoofdhuis is verdwenen, maar twee boerderijen zijn blijven staan. Marian Verasdonck en haar man kochten Vredelust in 2001. ‘Ik ben van oorsprong een Brabantse boerendochter, maar woonde jaren in Amsterdam. Ik ging het plattelandsleven missen. Het vrije uitzicht, de dauw, de vogeltjes. Daarom gingen we kijken naar een huis in een van de dorpjes in de buurt van Amsterdam.
Toen we hier kwamen kijken bloeiden de waterlelies in het Gein, in de sloot naast het huis zwom een zwanenkoppel met jongen. Wij werden op slag verliefd op deze locatie. Maar het huis was zeer vervallen. Toch besloten we ervoor te gaan, ook omdat we geheel verbouwde boerderijen hadden gezien die dan weer net niet waren zoals wij het voor ogen hadden.
Wij werden op slag verliefd op deze locatie.
Waar zijn we aan begonnen?
‘Voordat we konden gaan bouwen, zijn we toch wel anderhalf jaar bezig geweest met de voorbereidingen. We gingen er toen ieder weekend naartoe, ook om te voelen wat we met het huis wilden. We spraken met iemand van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed en met de gemeente en we moesten op zoek naar een aannemer die snapte wat wij wilden. Het verbouwen is ons wel tegengevallen. Het is een heel proces geweest. Toen er na het sloopwerk nog maar een paar muren en balken overeind stonden, vroegen we ons af waar we in hemelsnaam aan begonnen waren. Maar we wilden het grondig aanpakken, omdat we dachten: ‘We kunnen het maar een keer goed doen en dat is nu.’
Plannen voor de schuren
‘Op het erf stonden twee totaal vervallen schuren. Ze waren niet monumentaal, maar er lagen wel oude pannen op. We hebben deze schuren afgebroken en twee nieuwe schuren opgebouwd, waarbij we oude materialen en technieken, zoals pen-en-gatverbindingen, gebruikten. We waren bang dat de gemeente geen toestemming zou geven voor het opnieuw plaatsen van deze twee schuren. Voor de beslotenheid op ons erf vonden wij ze erg belangrijk, maar er is een regel dat je in het buitengebied niet zomaar allerlei nieuwe gebouwtjes op een erf mag plaatsen. Maar de gemeente was gelukkig erg enthousiast over onze plannen.’
‘Wij kochten dit huis van een tachtigjarige, die het huis weer had gekocht van zijn halfbroer. Die halfbroer was met zijn veertien kinderen naar Canada vertrokken. Inmiddels zijn alle nog in leven zijnde kinderen hier al een keer geweest. Dat is leuk, want zij weten dingen over het huis, waar we anders nooit achter zouden komen.
De oude bewoners vertellen ons dingen over het huis waar we anders nooit achter zouden komen.
Zo zaten er ringen aan de balken in het schuurgedeelte. De kinderen vertelden ons dat hun vader daar een schommel aan had gehangen, zodat ze ook in de winter konden schommelen. En waar wij nu onze slaapkamer hebben, sliepen vroeger tien broers op strozakken. In de winter legde hun moeder een vloerkleed over ze heen, omdat de stuifsneeuw tussen de dakpannen door kwam.'
Het belang van een goede bouwbegeleider
‘Het grote werk is nu gedaan. We zijn momenteel bezig met van die ‘liefdes-opknap-dingetjes’. Het zijn kleine klussen waar het huis enorm van opknapt. We hebben de trap hersteld en de leilindes vervangen. De oude waren door en door rot. We hebben ze zo groot mogelijk terug laten planten. En onlangs hebben we een loodrand over de dakrand laten leggen. Daar zat een hardhoutenplank, nu ziet het er vele malen beter uit.
Als we dit proces over mochten doen, dan zouden we ervoor kiezen om een goede bouwbegeleider op het project te zetten.
Als we dit proces over mochten doen, dan zouden we ervoor kiezen om een goede bouwbegeleider op het project te zetten. Het hele spel met de aannemer heeft ons heel veel tijd, energie en geld gekost. Alles wat niet in het bestek staat, zijn toch weer extra kosten. En achteraf bezien hadden we voor sommige keuzes iets meer tijd willen nemen.’
We maken deel uit van de geschiedenis
‘Over het totaal genomen zijn we heel erg tevreden. We hebben zoveel mogelijk materiaal hergebruikt. De voerbakken voor de paarden hebben nu bijvoorbeeld een plek gekregen in onze badkamer. Wij hebben het pand in ere hersteld. Het zag er dramatisch uit, maar kan nu weer heel lang mee. Door hier te wonen en dit pand te restaureren maken wij deel uit van de geschiedenis, dat is bijzonder. Iedere dag, wanneer we na ons werk het Gein oprijden, realiseren we ons hoe bijzonder dit is.’
Door hier te wonen en dit pand te restaureren maken wij deel uit van de geschiedenis.