Kasteel Amstenrade, Amstenrade

HOOFDGEBOUW (Kasteel Amstenrade). Bakstenen hoofdgebouw bestaande uit een hoofd- en een haaks hierop gesitueerde zijvleugel uit de laatste kwart van de 18e eeuw met op de westhoek een vierkante toren, als overblijfsel van het 17e-eeuwse kasteel. Het statige hoofdgebouw, opgetrokken in drie verdiepingen boven een souterrain en afgedekt door vlakke, onderaan in schoten uitlopende leien daken (Maasdekking) - een zadeldak over de hoofdvleugel en een schilddak over de zijvleugel - is een goed voorbeeld van het weelderige Luikse classicisme uit het einde van de 18e eeuw. Het huis werd in opdracht van de toenmalige eigenaar Nicolas Willems gebouwd ter vervanging van het 17e-eeuwse kasteel naar ontwerp van de Luikse architect Bartholome Digneffe (1724-1784). Door de plotselinge dood van de eigenaar in de jaren '80 van de 18e eeuw werd het ontwerp, dat uit een hoofdvleugel en twee zijvleugels bestond, die een vierkante 'cour d'honneur' zouden moeten omsluiten, niet geheel uitgevoerd. Door het niet gereedkomen van de rechter vleugel, waarvan slecht een deel van de ondergronds bewaard gebleven fundamenten werden opgetrokken, kreeg het huis een geheel andere indeling dan oorspronkelijk bedoeld was. De grote hal in de hoofdvleugel werd zaal en de hal werd centraal in de zijvleugel geprojecteerd.

De muren van de vleugels zijn deels door pilasters met trigliefen aan de bovenkant geleed en worden door een kroonlijst afgesloten (met uitzondering van de korte NO- zijde), die ter hoogte van de pilasters verkropt.

De door een kroonlijst afgesloten hoofdvleugel heeft aan de voorzijde een door vier pilasters (met trigliefen aan de bovenkant) in drie traveeën gelede middenpartij onder een fronton. In het fronton een radvormig-venster met een 12-ruitsindeling. Tussen de pilasters bevinden zich drie rondboogingangen in hardstenen omlijstingen, die naar boven in mergel zijn aangevuld en afgedekt door smalle door een voluut-console gestutte rechte profiellijsten. In de rondboogingang een dubbele deur met 10-ruitsindeling (per deur) met een halfrond door spaakroeden in 10 ruiten geleed bovenlicht. Aan weerszijden van de middenpartij, die vooraf wordt gegaan door een hardstenen bordes van vier treden, een enkele venstertravee met beganegronds een 28-ruits segmentboog-venster in mergelomlijsting. Op de eerste en tweede verdieping respectievelijk een 24- en 16-ruits segmentboog-venster in mergelomlijsting. Op de eerste en laatste travee een houten dakkapel met 6-ruits segmentboog-venster. De achtergevel heeft een aan de voorgevel identieke doch niet uitspringende middenpartij, met identieke vensterindelingen, echter zonder radvormig-venster in het fronton. De centraal gelegen drie rondboogingangen in hardsteen dateren uit ca. 1886, toen naar ontwerp van de architect Hendrik Beijaert (1823-1894), afkomstig uit Kortrijk, het huidige bordes met omgedraaid T-vormige bordestrap tegen de middenpartij werd gebouwd. Het bakstenen bordes en de trap, waarvan de keermuur aan de voorzijde naar de zijkanten licht gebogen uitzwenkt, zijn voorzien van een mergelstenen balustrade van kettingschalmen met zuilstompen op de hoeken. In de korte NO-zijde van het bordes, waarvan de naar buiten gericht hoeken van mergelstenen hoekblokken zijn voorzien, een deur; in de korte ZW-zijde een 6-ruitsvenster met diefijzers. Tijdens een restauratie van het huis in 1982 werd ter weerszijden van laatstgenoemd venster een halfronde ingang naar twee toen eveneens ingerichte hondehokken onder het bordes in de muur uitgespaard; ervoor werd als erfafscheiding een eenvoudig ijzeren hek geplaatst. Aan weerszijden van de middenpartij aan de achterzijde een enkele venstertravee met vensteromlijstingen als aan de voorzijde. De vensters in de linker travee zijn blind en de vensters in de rechter travee zijn identiek aan de vensters aan de voorzijde. Op souterrain-niveau ter hoogte van de linker en rechter travee en 12-ruitsvenster met diefijzers.

De toren, die twee verdiepingen hoger is als de vleugels, eindigt in een mergelstenen attiek en een op de hoeken afgeschuinde koepel en wordt bekroond door een gesloten lantaarn met piroen. Aan de vier zijden vertoont de koepel een halfronde dakkapel met radvormig-venster met 12-ruitsindeling. De attiek heeft de vorm van een schijn-balustrade, versierd met kettingschalmen en aan de hoeken getooid met gecanneleerde zuilstompen. De vensters van de toren zijn qua omlijsting gelijk aan die van de vleugels, met uitzondering van de ovale oculi met 32-ruitsindelingen in rechte mergelomlijstingen onmiddellijk onder de attiek. De mergelblokken op de hoeken van het torenmuurwerk stammen nog uit de 17e eeuw, evenals de rechthoekige deels dichtgemetselde vensters in hardsteen in de provisorisch afgesloten NO-gevel van de hoofdvleugel. Afgezien van de beganegrond, waar de vensteromlijstingen van empire 8-ruits vensters zijn voorzien, zijn de vensterindelingen identiek aan die van de vensters van de vleugels. Voorts per torenzijde op souterrain-niveau twee 9-ruits segmentboog-vensters met diefijzers en op de derde verdieping twee segmentboog-vensters met 12-ruitsindeling.

De bakstenen muren van de zijvleugel zijn op de buitenhoeken versierd met mergelstenen pilasters met trigliefen aan de bovenkant; verder is aan de zijde van de 'cour d'honneur' de eindtravee van dit gedeelte door een dergelijke pilaster van het overige muurvlak afgescheiden. De gevel van de zijvleugel aan de 'cour d'honneur' is in vijf venstertraveeën geleed met beganegronds twee dubbele deuren met 10-ruitsindelingen (per deur) met 8-ruitsbovenlicht, gelegen op de centrale travee (hoofdingang) en op de travee links hiervan. De deuren worden voorafgegaan door een hardstenen bordes van vier treden. Links van de deuren een enkele en rechts twee vensters met 28-ruitsindelingen. Op de verdieping vijf 24-ruitsvensters en op de tweede verdieping vijf 16-ruitsvensters. Op de as van de eerste, tweede en derde travee een dakkapel met 6-ruitsindeling.

Linker gevel zijvleugel: in twee traveeen gelede gevelpartij met op de beganegrond, eerste en tweede verdieping respectievelijk twee 28-, 24-, en 16-ruitsvensters. Halverwege de gevelbreedte en dakkapel met 6-ruitsindeling.

Gevel zijvleugel parkzijde: in zeven traveeen gelede gevelpartij met per travee op souterrain-niveau, beganegronds, eerste en tweede verdieping een venster met respectievelijk 9-, 28-, 24-, en 16-ruitsindeling.

Alle genoemde vensters en deuren van de zijvleugel zijn segmentboog-vormig en van mergelomlijstingen voorzien. De dakkapellen zijn van hout en segmentboogvormig.

Inwendig: de kelders zijn overkluisd door kappengewelven tussen elliptische gordelbogen, de keldergangen door segmentboogtongewelven, de wijnkelder onder het voorplein door een straalgewelf op acht rechthoekige ribben. In de kelderverdieping twee 17e-eeuwse schouwen met ionische hermen.

Het verdere interieur is versierd in een stijl, die de overgang vormt tussen de Lodewijk XVI-stijl en het empire. De gelijkvloerse ruimten - in de zijvleugel voor het merendeel met stenen vloeren - zijn aangelegd in enfilade en toegankelijk door brede vleugeldeuren. De centraal in de zijvleugel gelegen hal is van een betimmering met reliëfs in Lodewijk XVI-stijl voorzien. De bovenste rand van de betimmeringen zijn in de eerste kwart van de 20e eeuw aangebracht. Links achter de hal ligt een klein rond vertrek met gemarmerde korinthische pilasters, een 19e-eeuwse schoorsteenmantel met tussen de trigliefen classicistische stuc-reliëfs en een lage stuc-koepel, die illusionistisch beschilderd is met het binnenaanzicht van een ronde koepel en een op de vrije hemel uitzicht gevende lantaarn; boven de vier kasten dessus-de portes met stuc-reliëfs in vroege empire-stijl. Links van de hal ligt een vierkant vertrek met afgeschuinde hoeken, versierd met een rijke Lodewijk-XVI betimmering. Rechts achter de hal een trappehuis met Lodewijk XVI-trap. Rechts van de hal bevindt zich een grote zaal met ionische gemarmerde wandpilasters. In de aangrenzende ruimte in de torenkamer een groot vierkant vertrek met laat 18e-eeuwse behangsels door Pierre Michel de Lovinfosse (1745-1821) naar pastorale gezichten van Francois Boucher (herkenbaar: 'De aangename les', 'Boerendans', en wellicht 'Het rozenknopje'). Boven de spiegel van de met pilasters versierde schoorsteenmantel (19e-eeuws) een door voluten versierde lijst, waaruit het schilderij verdwenen is. Het plafond in Lodewijk XVI-stijl met een rondlopende band en hoekvullingen met ranken en arabesken kan wellicht aan Mathias Soiron (1748-1834), afkomstig uit Maastricht, worden toegeschreven. (vgl. interieurs kasteel Borgharen, Meerssenhoven te Itteren en Rustenburg te Bunde).

In de as van de hoofdvleugel, waar de architect Bartholome Digneffe (1724-1784) oorspronkelijk in zijn ontwerp de hal had geprojecteerd, de grote zaal met koofplafond en parketvloer met sterpatroon. Rechts in de hoofdvleugel een vertrek met rijke betimmeringen in Lodewijk XVI-stijl met o.a. tropeeen.

Op de verdieping in de hoofdvleugel een slaapvertrek in Chinese stijl, waarbij de slaapruimte in een nis is ingericht. De buitenrand van de nis is versierd met palmbomen en vogels in rijk beschilderd stuc in hoog-reliëf. De omlijsting van de spiegels boven de schoorsteenmantel in Lodewijk XVI-stijl is geinspireerd op de in de tijd in de mode zijnde Chinese architectuur-decoraties. De wandschilderingen op doek zijn waarschijnlijk van De Lovinfosse en zijn geinspireerd op Francois Boucher's Chinese werken. Zo is de schildering links van de deur naar de gang een combinatie van diens 'Gezicht op een Chinese tuin'en diens 'Gezicht in een Chinese markt'. De hoogwaardigheidsbekleder rechts van de deur is ontleend aan Boucher's 'De Chinese dans'. De slaapkamers op de verdieping in de zijvleugel hebben elk een ovale alkoof met koepelachtige stuc-overdekking in empire-stijl. In de slaapkamer aan de zuidzijde van de zijvleugel een ovale stuc-overdekking als een 'Chinees'- of 'Turks'-tentdak.

Monumenten.nl maakt u wegwijs in monumentenland

Alles over monumenten onder één dak.
Een monument kopen, onderhouden of verduurzamen? Hier vindt u alle informatie, inspiratie en praktische tips.

Locatie

Monumentnummer
456108
Complexnaam
Amstenrade
Provincie
Gemeente
Plaats
Complexomschrijving

BUITENPLAATS KASTEEL AMSTENRADE. De oudste geschiedenis van Kasteel Amstenrade is obscuur. Verondersteld wordt, dat een versterkte voorganger van het huidige kasteel in de late 13e of vroege 14e eeuw is gesticht. Van de tweede helft van de 14e eeuw tot 1668 wordt het kasteel bewoond door de familie Huyn van Amstenraad. In de 17e eeuw werd het kasteel ingrijpend verbouwd. In 1733 (of 1755?) maakte J. Couven, "architect en Aix", opmetingsplannen van het 17e-eeuwse kasteel in opdracht van de toenmalige eigenaresse, de familie De Ligne, waardoor wij redelijk geinformeerd zijn over het 17e-eeuwse kasteel. In 1779 wordt Kasteel Amstenrade gekocht door de rijke Luikse burger Nicolas Willems, die het kasteel grotendeels liet afbreken en naar ontwerp van de Luikse architect Bartholome Digneffe (1724-1784) een monumentaal Luiks- classicistisch kasteelachtig landhuis liet optrekken. Door het voortijdige overlijden van Nicolas Willems bleef het ontwerp onvoltooid, en werd in aansluiting op de gehandhaafde 17e-eeuwse toren slechts een in plaats van twee zijvleugels uitgevoerd. Van het 17e-eeuwse kasteel zijn de genoemde toren aan de westzijde en keldergewelven onder de hoofdvleugel behouden gebleven. Aan weerszijde van de toren werden een haaks ten opzichte van elkaar geplaatste deels door pilasters gelede rode bakstenen en mergelstenen hoofd- en zijvleugel gebouwd met segmentboog-vormige deur en vensterpartijen. De hoofdvleugel kreeg aan het voorplein- en de parkzijde een fronton. Van de nooit uitgevoerde rechter zij(NO-)vleugel zijn de fundamenten bewaard gebleven.

Door het overlijden van Nicolas Willems, waarna het kasteel werd gekocht door de familie De Marchant et d'Ansembourg, kreeg ook het inwendige deels een andere bestemming dan in het ontwerp werd beoogd. De grote hal, die centraal in de hoofdvleugel was geprojecteerd werd de huidige eetzaal en de entree werd naar de zijvleugel verplaatst. Inwendig vertoont het kasteel rijke betimmeringen en stuc- plafonds in Lodewijk XVI-stijl. In de torenkamer beganegronds laat 18e-eeuwse behangsels naar pastorale gezichten van Francois Boucher door Luikse schilder Pierre Michel de Lovinfosse (1745-1821). Op de verdieping van de zijvleugel een slaapvertrek in Chinese stijl met slaapnis met stuc- decoraties in hoog-reliëf en laat 18e-eeuwse behangsels door De Lovinfosse naar Boucher's Chinese werken. Voorts op de verdieping van de zijvleugel een slaapkamer in Lodewijk XVI-stijl met ovale stuc-overdekking als 'Chinees' of 'Turks' tentdak.

Waarschijnlijk bleven na de dood van Nicolas Willems nog geruime tijd plannen bestaan om de rechter zijvleugel alsnog op te trekken. Zo komt het grondplan van de rechtervleugel nog voor op het ontwerp voor het park van Amstenrade uit 1808 door de Luikse architect G. Duckers en op het ontwerp voor het park door de Duitse tuinarchitect Maximilian Friedrich Weyhe (1775-1846) uit circa 1815. Verder is de aanleg van het onderkelderde voorplein met balustrades met spiegelboogvormige beëindiging ter hoogte van de op de as van de hoofdvleugel gelegen entree deels op het ontwerp van het kasteel met twee zijvleugels geconcipieerd en deels op de huidige situatie met hoofd- en de enkele zijvleugel. Daar, waar de aanleg van het huidige voorplein slechts voor een deel op het ontwerp van Duckers is terug te vinden is het huidige voorplein voor het eerst op het plan van Weyhe weergegeven. Op beide ontwerpen is de noordoostelijke balustrade doorgetrokken tot de nooit uitgevoerde rechter vleugel. Voorts gaat deze nog bestaande balustrade, die het pendant vormt van de zuidwestelijke balustrade, op de ontwerpen over in de zijgevel van de aan het voorplein gelegen paardestallen. Op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830 is te zien hoe de paardestallen een stuk op het voorplein zijn doorgetrokken tot hun huidige positie, die tot de as van de zijgevel van de hoofdvleugel reikt. Kennelijk speelde het plan om de rechter vleugel alsnog op te trekken bij de vergroting van de paardestallen geen rol van betekenis meer. Waarschijnlijk werden in de tijd, dat de paardestallen een stuk op het voorplein werden doorgetrokken, aansluitend aan de NO-zijde van deze stallen het huidige poortgebouw en dienstwoning gebouwd. Het poortgebouw en de dienstwoning staan voor het eerst geregisteerd op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. Voor het poortgebouw een bakstenen brug over de buitengracht met balustrade op keermuur, tussen de straat (Hagendorenweg) en de buitengracht.

Aan de aan de entree gelegen spiegelboogvormige beëindiging van het voorplein werd omstreeks 1815 het ensemble van de huidige rondboogbrug met de naar buiten boogsgewijs uitzwenkende balustrades op keermuren gebouwd. Deze balustrades worden door ornamentele pijlers geleed. Het aan de paardestallen grenzende poortgebouw verschaft toegang tot een hof, dat door de paardestallen met poortgebouw en dienstwoning, een poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin, een stalgebouw en een voormalig koetshuis (thans woning) rechthoekig omgeven wordt. Als zodanig staat deze hof met aangrenzende genoemde opstallen aangegeven op het Kadastraal Minuutplan van de Gemeente Amstenrade uit circa 1820-1830. Het op een langwerpig rechthoekig grondplan opgetrokken voormalige koetshuis, dat met de lange zijde aan de NO-zijde van het voorplein grenst, dateert waarschijnlijk nog uit de laatste kwart van de 18e eeuw. Aangrenzend aan de korte NW-zijde van het koetshuis een bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw, die tot de noordhoek van het voorplein verloopt en hier haaks in de richting van het huis afbuigt. Het aan de NW-zijde van het hof gelegen rechthoekige stalgebouw werd in circa 1820 opgetrokken. In dezelfde tijd kwam het monumentale poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin tot stand, dat oorspronkelijk vanuit de moestuin toegang tot de genoemde hof verschafte. In de eerste helft van deze eeuw is de poort aan beide zijden met een bakstenen muur dichtgezet.

Aangrenzend aan deze hof met dienstgebouwen aan de NO-zijde de rechthoekige moestuin. Naar de korte voor(Hagendorenweg-)zijde is deze tuin door een hoge bakstenen muur met een op de as van de moestuin gelegen poortgebouw dichtgezet. Ten zuidwesten van deze poort gaat de muur over in de zijgevel van de genoemde dienstwoning. Ten noordoosten en noorden van de poort gaat de muur ter hoogte van hoek Hagendorenweg-Kemkensweg via twee schuin verlopende bochten haaks in noordwestelijke richting om, om verder via enkele rechte stukken en flauwe bochten het onregelmatige tracé van de Kemkensweg te volgen. Aan de Kemkensweg wordt de muur door een rentmeesterswoning onderbroken, die uit de eerste kwart van de 19e eeuw dateert. Aan de noordzijde is de moestuin met een hoge bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw van het park afgesloten. De noordelijke helft van de muur doet dienst als scheidingsmuur tussen het park en het erf van de aan de Kemkensweg gelegen rentmeesterswoning. Aan de noordzijde gaat de muur over in de muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin. Het aan de westzijde van de rentmeesterswoning grenzende erf wordt naar de moestuin eveneens door een hoge bakstenen muur uit de eerste kwart van de 19e eeuw afgesloten.

Centraal op de NO-ZW verlopende as aan de NW-zijde van de moestuin is de bakstenen oranjerie met kassen aan weerszijden gelegen, die in 1815 door de Dusseldorpse architect Charles Schaffer (1779-1837), auteur van Neue Garten und Landschaftsgebaude (1798- 1799), in neoclassicistische stijl werd gebouwd. Op de achterzijde van de oranjerie, die naar het park is gericht, centraal een halfrond door een fronton bekroond en door zuilen voorafgaand bordes, dat in het park een grote ornamentele waarde als classicistische tuintempel vertegenwoordigt.

Voor de oranjerie, ter weerszijden van de as van de moestuin, een langwerpige broeikas uit ca. 1815. Beide broeikassen zijn ca. twee meter onder het maaiveldniveau doorgetrokken en nog deels door glazen lessenaars afgedekt. Ter hoogte van de as vertonen de zijkanten van de broeikassen aan concave (westelijk) en convexe (oostelijk) kromming, die is aangebracht om de gerende positie van de oranjerie ten aanzien van de eveneens op de as van de moestuin gelegen poort te verbloemen.

Aan de korte ZW-zijde van het bordes voor de oranjerie bevindt zich een rechte stenen trap uit ca. 1815 met keermuren in drie haaks verspringende niveaus, die wellicht tevens ter expositie van potplanten dienden. Een eenvoudig smeedijzeren dubbel 19e-eeuws hek vormt de scheiding tussen de trap en het bordes. De parkaanleg van Kasteel Amstenrade is hoofdzakelijk gebaseerd op het ontwerp van de Duitse tuinarchitect M.F. Weyhe uit ca. 1815. Hoofdmotief in dit nog geheel bewaard gebleven park in landschapsstijl is een tweetal zichtassen, die zich ieder over een parkweide in respectievelijk noordelijke en noordoostelijke richting uitstrekken. De noordoostelijke zichtas staat ook op het ontwerp van Duckers aangegeven. Ten aanzien van het in de zuidhoek van het park gelegen kasteel zijn de zichtassen zodanig aangelegd, dat ze ten behoeve van een optimale perspectivische werking ruimte van de aanleg een zo groot mogelijke lengte bestrijken. Een belangrijke eigenschap van het park Amstenrade is voorts het stijgende verloop van het terrein in noordelijke richting, dat het genoemde motief van de zichtassen van extra dramatiek voorziet. Aan het eindpunt van de noordelijke zichtas werd in ca. 1815 een rustieke grot gebouwd, die een grote compositorische waarde als point de vue heeft. Het eindpunt van de noordoostelijke zichtas wordt thans door doodsbeenderenboom (Gymmocladus dioicus) gemarkeerd, die in het begin van deze eeuw werd geplant. Voorts werd toen rondom het landschapspark een wandeling uitgezet, die in curven verloopt en die gezichten biedt op het kasteel, de ruine, de achterzijde van de oranjerie en binnen het park zelf.Deze gezichten worden aangekleed en geleed door bospartijen aan de randen en boomgroepen en solitairen in het park, die deels nog uit de 19e eeuw dateren. Aan het einde van de 19e eeuw, wellicht omstreeks 1886, toen centraal aan de parkzijde van de hoofdvleugel een monumentaal bordes werd gebouwd, werd aan de entree aan de Hommerter-allee een ornamenteel, onderkelderd pomphuisje geplaatst. Onder dit nog bestaande huisje, dat zich voordoet als een ornamenteel wachtershuisje of kiosk, een zeven meter diepe stenen waterput met buizensysteem voor de distributie van water naar de buitengracht. Aan deze entree van het kasteelterrein een dubbel smeedijzeren hek met pijlers uit het einde van de 19e eeuw.

De historische aanleg van Kasteel Amstenrade wordt aan de ZO- en oostzijde door de Hagendorenweg en de Kemkensweg, aan de west en ZW-zijde door de Hommerter- allee, Poststraat en Hoofdstraat en aan de noord- NW- en NO-zijde door de kadastrale vak Gemeente Amstenrade C1 en de percelen Gemeente Amstenrade nrs. A1224, A1223, A1222, A1161, A1760, A2287, A988, A2141, A1609, A1608, A2285, A1409 en A2327 begrensd. Voorts is de voormalige zichtas en oprijlaan, die in de 18e eeuw of eerder werd aangelegd en die recht op de voorgevel van het kasteel is geprojecteerd, als tracé voor de aanleg van historische betekenis. Dit tracé heeft betrekking op de smalle rechthoekige strook, die samenvalt met de dubbele rij eiken (van recente datum) - waartussen een fietspad - en een graszone ten zuidwesten hiervan, die tot de openbare weg (Allee) reikt. Het tracé eindigt aan de ZO-zijde ter hoogte van het erf van het perceel Allee nr. 11 (thans restaurant). Ook het tracé van de voormalige oprijlaan aan de ZW-zijde, dat samenvalt met de Hommerter-allee en dat reikt tot het punt waar De Gijselaar deze allee raakt, is voor de aanleg van historische betekenis.

De historische buitenplaats Kasteel Amstenrade is van grote cultuurhistorische waarde vanwege:

- het Luiks-classicistische kasteel uit de laatste kwart van de 18e eeuw, waarbij de toren van het voormalige 17e-eeuwse kasteel gehandhaafd bleef;

- de interieurs van het kasteel met rijke betimmeringen en stuc-plafonds in Lodewijk XVI-stijl, met een kamer in Chinese stijl en met behangsels door De Lovinfosse naar Francois Boucher, uit het einde van de 18e eeuw;

- de gaaf bewaarde aanleg in landschapsstijl, die in oorsprong uit ca. 1815 dateert en die een van de weinige parken in Nederland van de Duitse tuinarchitect M.F. Weyhe is;

- de deels naar het park door het tempelfront dienend als visueel ornament en deels naar de moestuin gekeerde oranjerie in classicistische stijl naar ontwerp van de Duitse architect Charles Schaffer;

- de deels ondergronds gebouwde rustieke mergel- en bakstenen grot in het park uit ca. 1815, die als tuinornament een grote historische en ornamentele waarde heeft.

De historische buitenplaats Kasteel Amstenrade bestaat uit de volgende samenstellende onderdelen: 1. Hoofdgebouw; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456108 2. Historische tuin- en parkaanleg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456109 3. Voorplein met balustrades, hek en keermuur; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456110 4. Rondboogbrug met pijlers en balustrades; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456111 5. Paardestallen, poortgebouw en dienstwoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456112 6. Poortgebouw aan de ZW-zijde van de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456113 7. Stalgebouw; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456114 8. Voormalig koetshuis; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456116 9. Bakstenen brug en balustrade aan Hagendorenweg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611710. Oranjerie; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611811. Westelijke broeikas; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45611912. Oostelijke broeikas; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612013. Poort; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612114. Trap met keermuren; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612215. Hek; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 456123 16. Bakstenen muur ten zuidwesten van de poort naar de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612417. Bakstenen muur ten noordoosten en noorden van de poort naar de moestuin; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612518. Rentmeesterswoning aan de Kemkensweg; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612619. Muur tussen moestuin, voorplein en huis; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612720. Muur tussen moestuin en park; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612821. Muur tussen moestuin en erf van de aan de Kemkensweg gelegen Rentmeesterswoning; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45612922. Pomphuisje; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45613023. Hek en pijlers; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer: 45613124. Grot; zie voor omschrijving bij complex-onderdeel met monumentnummer:456132.

Eigenschappen

Functies
Functie Hoofdcategorie Subcategorie Functietype Is hoofdfunctie
Kasteel Kastelen, landhuizen en parken Kasteel, buitenplaats oorspronkelijke functie Ja
Adressen
Straat Getal Achtervoegsel Postcode Plaats Locatie Situatie Is hoofdadres
Hagendorenweg 1 6436 CR Amstenrade Ja
Percelen
Kadastraal perceel Kadastrale sectie Kadastraal object Appartement Kadastrale gemeente
A 2378 Amstenrade
Naar boven